Wandeling 4,5 km, duur 3 uur
Startpunt: Willem Witsenplein (bushalte 90, 385 en 386)
Eindpunt: Tramhalte Van Speijkstraat, tram 16 van en naar het centrum / station Den Haag CS en station Den Haag HS.
Wandeling - Woonhotels
WOONHOTELS
Inspirerende voorbeelden van woonhotels — luxe flatgebouwen met voorzieningen — in steden als New York, Berlijn en Boedapest vonden in Nederland tijdens het interbellum een neerslag, vooral in Den Haag. Met het woonhotel werd ingespeeld op het tekort aan dienstboden dat zich na 1900 aftekende in de deftige woonhuiscultuur. Dit nieuwe type luxe woongebouw werd in het Benoordenhout geïntroduceerd. Het woonhotel bood dermate veel voorzieningen dat in het appartement zelf het dienstpersoneel kon worden gemist. Een bewonersrestaurant was voor het goed functioneren de belangrijkste voorwaarde, maar ook een bier- en wijnkelder, bibliotheek, biljartkamer, logeerkamers, vuilstortkokers en een eigen taxiservice waren gangbare voorzieningen. De algehele organisatie en architectonische vormgeving gaven de bewoners een permanent vakantiegevoel. Het woonhotel werd daarmee een prima alternatief voor het leven in een villa, maar dan in gestapelde bouw en in de periferie van de stad.
THEMA’S: BIJZONDERE WOONVORMEN EN HOOGBOUW
De basisgedachte achter deze experimentele woonvorm was dat met gedeelde voorzieningen de huren relatief laag zouden uitvallen, maar hoge stichtingskosten leidden ertoe dat woonhotels bijna uitsluitend voor de hogere inkomensklassen werden gebouwd. Met de opkomst van dit gebouwtype manifesteerde zich bovendien de bloei van de baksteenarchitectuur van de Nieuwe Haagse School.
Tijdens de bouw van de eerste woonhotels na 1918 was Den Haag qua woonbebouwing een platte stad. Tot omstreeks 1930 werd niet hoger gebouwd dan drie bouwlagen, met plat dak of kap. De woonhotels vormden hierop een uitzondering en waren daardoor bakens in de stad. Dat veranderde niet na 1930. Met de geleidelijk opklimmende bouwhoogte van woningen voor de middenstand en laagst betaalden werden ook de woonhotels groter en hoger.
1 NIRWANA, BENOORDENHOUTSEWEG 227 J. DUIKER EN J.G. WIEBENGA, 1929 (BIJZONDERE WOONVORMEN | HOOGBOUW | BOUWKUNDIG DETAILLEREN)
De eerste Nederlandse betonnen woontoren was het resultaat van een hoogbouwexperiment, waarbij de locatie aan de toenmalige stadsrand liet zien hoe het stadsbestuur destijds stond ten aanzien van hoogbouw. Van de geplande tien torens van 50 meter hoog werd er uiteindelijk één uitgevoerd. Het woonhotel kreeg een hoogte van 25 meter, in vijf bouwlagen en met een penthouse op het dak. Het dragend skelet van gewapend beton bood mogelijkheden voor flexibele woningindelingen, brede raampartijen en uitkragende balkons.
2 VM HOOFDKANTOOR OCTROOIRAAD WILLEM WITSENPLEIN 6, J.G. ROBBERS, 1933 (BIJZONDERE WOONVORMEN | HOOGBOUW | BOUWKUNDIG DETAILLEREN)
Door de toepassing van een half verdiept souterrain kreeg het grote kantoor een bouwhoogte van vijfenhalve laag, met teruggelegde hoogste verdieping. De plasticiteit van de hoek met hoofdentree is een krachtig voorbeeld van de Nieuwe Haagse School. In 2018 wordt de transformatie afgerond tot luxe woongebouw met 58 appartementen en vier penthouses, waarvoor een extra bouwlaag met glasgevels wordt toegevoegd.
3 BOUWBLOKKEN SADEESTRAAT EN WEISSENBRUCHSTRAAT, 1933 (STEDENBOUWKUNDIGE REGIE)
De bebouwing aan het kruispunt is een voorbeeld van een stedenbouwkundige opzet volgens schetsplannen. De bouwstroken aan weerszijden van de Sadeestraat zijn symmetrisch van opzet. De hoeken zijn verbijzonderd met expressieve contouren en plastische accenten, die karakteristiek zijn voor de Nieuwe Haagse School.
4 BOUWBLOKKEN BREITNERLAAN, 1931 (STEDENBOUWKUNDIGE REGIE)
Dit is een van de twee gelijkvormige U-vormige verbredingen van de Breitnerlaan, aan weerszijden van de hartlijn van de Sadeestraat. Het plantsoen wordt begrensd door symmetrische woonbebouwing, met rijzige dwarskappen op de hoeken. Ook in de architectonische uitwerking is het ensemble karakteristiek voor de Nieuwe Haagse School.
5 VM WOONHOTEL ARENDSBURG, WASSENAARSEWEG 102-154, W. VERSCHOOR, 1926 (BIJZONDERE WOONVORMEN | HOOGBOUW)
Het middelgrote woonhotel heeft een symmetrische hoofdopzet van vier bouwlagen op een souterrain met voorzieningen. Het gevelbeeld vertoont een zakelijke variant van de Nieuwe Haagse School, wat onder meer tot uitdrukking komt door de gelijkvormige balkons. Zoals in veel woonhotels hadden oud-Indiëgangers (onder wie de weduwe van Louis Couperus) een belangrijk aandeel in de bewoning van het eerste uur.
6 VM WOONHOTEL DUINZICHT, VAN ZAECKSTRAAT 1-27, F.L.J. LOURIJSEN, 1928 (BIJZONDERE WOONVORMEN | HOOGBOUW | BOUWKUNDIG DETAILLEREN)
Het toenmalige uitzicht van het woonhotel op de hoek van een bouwblok aan de Floris Grijpstraat en de Van Zaeckstraat gaf aanleiding voor de naam. Ook de ruime appartementen en de gemeenschappelijke voortuin droegen bij aan het wooncomfort. Karakteristiek voor de bakstenen gevels zijn de horizontale belijningen met krachtige verticale accenten. De entreepartij werd door Jan Altorf gedecoreerd met dierfiguurtjes in zwart marmer.
7 APPARTEMENTENGEBOUW WILSHOUT, JOZEF ISRAËLSPLEIN 9-34, J. WILS EN F.L.J. LOURIJSEN, 1926 (BIJZONDERE WOONVORMEN | HOOGBOUW | BOUWKUNDIG DETAILLEREN)
Het voormalige woonhotel tegenover het rosarium omsluit met V-vormige plattegrond een binnenterrein met garages dat toegankelijk is aan de Mauvestraat, naast het door Lourijsen ontworpen herenhuis op nr. 56. De begane grond is net als bij de meeste grotere woonhotels een meter opgetild, om het gebouw distinctie te geven. Kenmerkend zijn de gelijkwaardigheid en het samenspel van horizontale en verticale vlakken van baksteen en belijningen van betonnen gevelelementen.
8 HUIZE BOSCHZICHT, BENOORDENHOUTSEWEG 24-39, NEUHUYSKADE 2-30, W. VERSCHOOR EN CORNELIS RUTTEN, 1920 (BIJZONDERE WOONVORMEN | HOOGBOUW | BOUWKUNDIG DETAILLEREN)
Het eerste Haagse woonhotel was tevens een van de eerste grote gebouwen met karakteristieken van de Nieuwe Haagse School, zoals de plastische entreepartijen en het verspringen van de gevel op de hoek met de Neuhuyskade. Boschzicht werd voorzien van een centraal restaurant, logeervertrekken, maaltijdenliftjes, vuilstortkokers en een biljartkamer. Daarnaast was er een scala aan technische voorzieningen.
9 DE RODE OLIFANT, J.H. DE ROOS EN W.F. OVEREIJNDER, ZUID HOLLANDLAAN 7, 1924 (HOOGBOUW | BOUWKUNDIG DETAILLEREN)
Het voor de American Petroleum Company (later Esso) ontworpen kantoor in zes bouwlagen met kap kreeg een hoge toren, mede om het nabij gelegen kantoorgebouw van de Bataafsche Petroleum Maatschappij (later Shell) naar de kroon te steken. Van het ruime budget werden onder meer siermetselwerk, bouwbeeldhouwkunst, glas-in-lood en kersenhouten lambriseringen in de directiekamers aangebracht. Sinds 2013 is de Rode Olifant een verhuurkantoor voor vergader- en werkruimten.
10 BEBOUWING LOUIS COUPERUSPLEIN, J.J. BRANDES, 1928-1929 (STEDENBOUWKUNDIGE REGIE)
Op de locatie van de in 1919 door brand verwoeste en afgebroken Oranjekazerne, verrees begin jaren dertig een ensemble volgens een schetsplan van Co Brandes. Het voormalige Lyceumplein vormt een symmetrische dwarsas ten opzichte van de Mauritskade.
11 FLATGEBOUWEN, MAURITSKADE EN LOUIS COUPERUSPLEIN. J.J. BRANDES, 1931-1933 (BIJZONDERE WOONVORMEN | HOOGBOUW)
Het woonensemble bestaat uit een reeks hoge appartementengebouwen met attiek (voor logeerkamers) en veel wooncomfort, behalve de voorzieningen van de woonhotels. De zogenaamde flatwoning was ontwikkeld als een meer op privacy gericht alternatief. De gevelwanden worden verlevendigd door hoge erkerpartijen en het verspringen van de rooilijn. Karakteristiek zijn de brede raampartijen met ranke staalprofielen, sierbeton en het oranjerode metselwerk met diepliggende voegen.
12 VM HOOFDKANTOOR BILLITON MAATSCHAPPIJ, LOUIS COUPERUSPLEIN 19, H.A. SANGSTER EN J.J. BRANDES, 1938 (BIJZONDERE WOONVORMEN)
Het sluitstuk van de symmetrisch ten opzichte van de groenstrook geplande nieuwbouw vormde de voltooiing van een kantoor in 1938. De opdrachtgevende maatschappij richtte zich op de winning van grondstoffen op het eiland Billiton, waaronder tin en bauxiet. Het voormalige kantoor is in gebruik als woon- en werkgebouw.
13 EDITH STEINCOLLEGE, LOUIS COUPERUSPLEIN 33, J.H. THUNNISSEN, 1931 (BEHOUD CULTUREEL ERFGOED)
De bouw van het rooms-katholieke Lyceum voor meisjes vormde het brandpunt van het ensemble dat aansluitend verrees rond het Lyceumplein. In 2015 werd een uitbreiding voltooid naar ontwerp van atelier PRO, waarbij het ensemble niet werd verstoord. Kenmerkend voor het metselwerk van de massieve oudbouw is de symbiose van traditionele vormen en gematigd moderne elementen.
14 VM HOOFDKANTOREN PTT, KORTENAERKADE 11 EN 12, G.C. BREMER, 1920 EN 1923 (HOOGBOUW)
De voor die tijd hoge kantoorgebouwen zijn gerealiseerd in representatieve overheidsarchitectuur, met een traditionalistische hoofdopzet en eigentijdse decoratieve elementen. Beide gebouwen — in gebruik door ISS en Nuffic — bestaan uit een souterrain en vier bouwlagen onder een mansardekap. Na voltooiing van het tweede kantoor op de hoek van de Zeestraat, werden de panden in 1923 door een gemetselde luchtbrug 1923 verbonden.
15 WILLEMSPARKFLAT, ZEESTRAAT 95-257, A.H. WEGERIF, 1931 (BIJZONDERE WOONVORMEN | HOOGBOUW | BOUWKUNDIG DETAILLEREN)
Het voormalig woonhotel met L-vormige plattegrond is ontworpen in Nieuwe Haagse School-stijl met zakelijke elementen, zoals de langgerekte raamstroken met stalen ramen. In de plastisch vormgegeven toren op de hoek van de twee vleugels was oorspronkelijk een waterreservoir opgenomen. In 1959 is het flatgebouw in gebruik genomen als Ministerie van Sociale Zaken waarvoor de oorspronkelijke interieurs ingrijpend werden gewijzigd. Vanaf 1993 functioneert het weer als woongebouw.
16 MEERDERVOORT 52, F.A. WARNERS, 1931 (BIJZONDERE WOONVORMEN | HOOGBOUW | BOUWKUNDIG DETAILLEREN)
Het in opdracht van de Amsterdamsche Maatschappij ter Exploitatie van Etagewoningen door een Amsterdamse architect ontworpen woonhotel vertoont karakteristieken van de Amsterdamse School. Ook dit rijzige, in de gevelwand opgenomen bouwblok werd bekroond met een hoge toren voor het waterreservoir. Het gebouw bood destijds ruimte aan 24 huurders.
17 DE HOFSTAD, LAAN VAN MEERDERVOORT 94, W. DE VRINDT JR., 1931 (BIJZONDERE WOONVORMEN | HOOGBOUW | BOUWKUNDIG DETAILLEREN)
Dit woonhotel op de hoek van de Laan van Meerdervoort en de Zoutmanstraat werd net als het nabij gelegen Oldenhove ingepast in een gesloten bouwblok. Het vijflaagse gebouw met dubbele toren voor het trappenhuis en het waterreservoir was uitsluitend bestemd voor alleenstaanden. Het initiatief kwam van een zakenman uit Kopenhagen.
Liever onder leiding van een gids de architectuur van de Nieuwe Haagse School bekijken of meer weten?
In de agenda vind je informatie over tours en andere activiteiten.
Fotografie: Peter de Ruig
Historische foto’s Gemeentearchief Den Haag