Wandeling 3,0 km, duur 2 uur
Start en eindpunt: Hoek Sportlaan / Goudenrgenstraat Den Haag (halte Sportlaan tram 12)
Wandeling - Vogelwijk
Over de Vogelwijk
Kenmerkend voor de Vogelwijk is de langgerektheid van 1,5 kilometer bij een relatief smalle breedte, variërend tussen de 350 en 400 meter. Aan de ene zijde begrensd door de rechte Sportlaan en aan de kant van Westduinen door de flauw golvende Laan van Poot strekt de wijk zich uit tussen het in 1910 geopende sportcomplex Houtrust en de De Savornin Lohmanlaan.
De Vogelwijk manifesteerde zich van meet af aan een van de meest gewilde woonwijken van Nederland. Afgezien van de ligging tegen de duinen, met enkele op de stad gerichte zichtassen en vlakbij zee heeft het karakter van een tuinstad voor de gegoede middenstand hieraan bijgedragen. Karakteristiek is de bebouwing van kleine, vrijstaande en geschakelde landhuizen, langs lanen en straten met veelal een bochtig verloop. De Nieuwe Haagse School is dominant aanwezig, maar ook andere bouwstijlen zijn vertegenwoordigd.
THEMA’S: STEDELIJKE REGIE EN BOUWKUNDIG DETAILLEREN
In 2018 werd in de Vogelwijk het eeuwfeest gevierd, omdat in 1918 in de tuinstadwijk Houtrust de eerste woningen werden opgeleverd. Het grote bouwplan van de Coöperatieve Woningbouwvereniging Tuinstadwijk Houtrust werd in twee fasen uitgevoerd.
Ondanks tal van verschillen tussen de haaks op elkaar gesitueerde, korte bouwstroken vormt de buurt een eenheid. Op een plan van bouwbedrijf Rutgers en architect Jan Kooyman na, kreeg het uniforme bebouwingsbeeld geen vervolg. Segbroek I – het gebied tussen Houtrust en de Nieboerweg –vormt een optelsom van kleine bouwplannen met een aantal kleine ensembles en architectonisch waardevolle gebouwen.
De grote contrasten qua gevelbeeld werden tijdens de bouw door de gemeente, de Schoonheidscommissie en H.P. Berlage als ‘onsamenhangend’ beoordeeld.
Door de goede ervaringen met gemeentelijke regie in Marlot werd de bebouwing van grote gebieden tussen de Nieboerweg en de Savornin Lohmanlaan geleid door de Dienst Stadsontwikkeling + Volkshuisvesting. De inzet vormde het creëren van samenhang en monumentale stadsbeelden.
Het karakter van tuinstadwijk werd aangehouden, waarbij een lagere dichtheid, evenwichtige dwarsprofielen en verkavelingsstructuren de basis legden voor een groot aantal ensembles.
Hiertoe maakten de particuliere architecten G. Albers, J.B. Fels, A.H. van Leeuwen en A.J. Kropholler in opdracht van Piet Bakker Schut, directeur van de Dienst Stadsontwikkeling + Volkshuisvesting, vanaf 1926 voor de belangrijkste lanen en pleinen verkavelingsplannen. Ook werden ze door de particuliere bouwondernemers meestal betrokken bij het uitwerken van de woningontwerpen, waarbij de Nieuwe Haagse School in de tweede helft van de jaren twintig tot volle bloei kwam. Naast de stedenbouwkundig waardevolle gebieden – vanaf 1927 ingebed in Plan West – is de architectonische kwaliteit gemiddeld van een hoog niveau.
Door de economische crisis en een dreigend woningoverschot stokte in de loop van de jaren dertig de bouwactiviteiten. Anders dan gepland werd het gebied tussen de Oude Buizerdlaan en de Savornin Lohmanlaan tijdens de wederopbouwperiode bebouwd, waarbij een hogere woningdichtheid werd gehanteerd.
1 RK BASISSCHOOL DE PARKIET, PARKIETLAAN 1, NIC. MOLENAAR JR, 1925-1926 (BOUWKUNDIG DETAILEREN)
De voormalige Theresiaschool en de Allerheiligst Sacramentskerk aan de Sportlaan behoren tot het vroege werk van de zoon van Nicolaas Molenaar. Door de sloop van de kerk in het voorjaar van 2019 werd het architectonische en cultuurhistorische ensemble verstoord. Het schoolgebouw kreeg een haakvormige plattegrond, en werd (na een eerdere verbouwing in 1985) in 2003 uitgebreid, waarbij het smeedijzerwerk in de trappenhuizen en het tegelwerk in de gangen zijn bewaard. Karakteristiek zijn de rijzige kappen per bouwvolume, met accenten van blauwe dakranden en kozijnen en gele vensterbanken.
2 WINKELWONINGEN EN BOVENWONINGEN, MEZENLAAN 31-77, J.J. DUIJNSTEE, 1924-1925 (BIJZONDERE WOONVORMEN, BOUWKUNDIG DETAILLEREN EN STEDELIJKE REGIE)
Het kleine ensemble wordt gevormd door twee gespiegelde, gebogen bouwblokken langs een groen plantsoen aan Mezenlaan. Er werd al snel gesproken van ‘het Mezenpleintje’, hoewel in het eerste deel van Houtrust het Mezenplein al bestond. De rijzige blokken met grote raampartijen zijn verbijzonderd met details die verwijzen naar de Delftse School. Dat is opmerkelijk in het oeuvre van de architect die enkele jaren later de Haagse Passage uitbreidde, in art decostijl. Het Mezenpleintje was met ooit 12 winkels tot in de jaren negentig het winkelhart van de Vogelwijk.
3 LANDHUIS, MEZENLAAN 26, BUIJS EN LÜRSSEN, 1922-1924 (BOUWKUNDIG DETAILLEREN, BIJZONDERE WOONVORMEN)
Werkzaam bij Gemeentewerken in Haarlem, kreeg Jan Buijs in toenemende mate opdrachten voor woonhuizen in Den Haag en Wassenaar, wat aanleiding vormde naar Den Haag te verhuizen. De praktijkwoning in de Vogelwijk werd ontworpen voor de arts F.W. Zeylmans van Emmichoven, een jeugdvriend die het architectenbureau als geneesheer-directeur ook opdracht gaf voor het ontwerp van de Rudolf Steinerkliniek aan de Nieuwe Parklaan. Hoewel de hoofdopzet met het forse zadeldak traditioneel oogt, blijkt uit het spel van verspringende en deels over elkaar schuivende muurvlakken (die door geprononceerde lijsten van overstekende luifels compositorisch verband krijgen), dat Buijs invloed onderging van het werk van Frank Lloyd Wright en De Stijl.
4 GESCHAKELDE WONINGEN, NACHTEGAALPLEIN 6-12, J. KOOYMAN, 1921-1923 (BOUWKUNDIG DETAILLEREN EN BIJZONDERE WOONVORMEN)
Het strookje woningen was onderdeel van de tweede fase van het bouwplan Tuinstadwijk Houtrust, waarvoor in 1917 een verkavelingsplan was gemaakt door Zacharias Hoek en Willem van Boven. De strookjes woningen van de eerste fase zijn ontworpen door Willem Verschoor. Het laatste deel werd door bouwbedrijf Rutgers gerealiseerd, volgens een plan van architect Jan Kooyman. Typerend voor beide bouwprojecten zijn de boven -en benedenwoningen, waarin per strookje verschillende plattegronden zijn toegepast.
5 LANDHUIS, WINTERKONINGLAAN 2, J.W.E. BUIJS, 1924-1925 (BOUWKUNDIG DETAILLEREN)
Net als in de eerste ontwerpen voor landhuizen in Wassenaar vormde een vierkante plattegrond en een kubisch hoofdvolume het vertrekpunt. Alleen bij de entreepartij springt de gevel in. De asymmetrische composities van lijnen in de gevelvlakken zijn voor een belangrijk deel ‘grafisch’ door reliëfs, verspringingen en verschillen in het voegwerk.
6 VILLA WINJEWANJE, NIEBOERWEG 214-216, F. GERRETSEN EN CHR. WEGERIF, 1924-1927 (BOUWKUNDIG DETAILLEREN en BIJZONDERE WOONVORMEN)
De monumentale dubbele villa Winjewanje is ontworpen door de antroposofische architect Frits Gerretsen. Het betrof een villa voor zijn ouders en hemzelf. Later is de woning gesplitst. Kenmerkend zijn de onregelmatige vormen, asymmetrische vensters en het gefacetteerde dak. Wegerif ontwierp ook het tegenoverliggende driehoekige bouwblok, waarin de antroposofische opvatting spreekt uit de kapvorm.
7 GESCHAKELDE WONINGEN, LAAN VAN POOT 176, PAUWENLAAN 2-6, ZWANENLAAN 13 EN LAAN VAN POOT 178, PAUWENLAAN 1-5, ZWANENLAAN 15, J.B. FELS, 1926-1927 (STEDELIJKE REGIE EN BOUWKUNDIG DETAILLEREN)
De spiegeling van gevelwanden resulteerde in een monumentaal stadsbeeld en een ruim opgezette entree van de buurt, vanaf de Laan van Poot. Daarbij is het een saillant gegeven dat de beide stroken met vijfvoudige woningen voor verschillende opdrachtgevers werden ontworpen, die in opdracht van de gemeente door Koos Fels tot eenheid werden gesmeed. De stroken met stevige baksteenarchitectuur – verlevendigd met voor Koos Fels karakteristieke details – zijn geconcipieerd als één groot landhuis, waarvan de symmetrie wordt benadrukt door de geleding van het hoofdvolume met erkers en dwarskappen van verschillende nokhoogten.
8 GESCHAKELDE WONINGEN, ZWANENLAAN 12-16, H.C. LELIE, 1926 (BOUWKUNDIG DETAILLEREN)
Als sobere representant van de Nieuwe Haagse School ontwierp Herman Lelie diverse strookjes woningen langs de Mezenlaan en de Zwanenlaan. Dit bouwstrookje onderscheidt zich door een plastischer gevelontwerp, waarmee een aanzet is gemaakt tot het uitdrukken van de ruimtelijke organisatie. Typerend voor Lelie zijn het uitkragende dak, de hoge strekken onder de dakrand, tegels boven de raampartijen en de horizontale roedeverdeling van de glasvlakken.
9 LANDHUIS, LAAN VAN POOT 188, A.H. VAN LEEUWEN, 1926-1927 (BIJZONDERE WOONVORMEN EN BOUWKUNDIG DETAILLEREN)
De in de Vogelwijk zeer actieve architect ontwierp de praktijkwoning voor zichzelf. De grootste ruimte met erker bestrijkt de volle breedte op de parterre en werd gebruikt als kantoor. Hierdoor viel de woonkamer wat klein uit en werd op de verdieping een extra zitkamer opgenomen. Op zolder waren de werk- dienst- en tekenkamer gesitueerd. Kenmerkend voor Anton van Leeuwen zijn het metselwerk in speklagen, terra cottaplaatjes en ramen met vierkante roedeverdeling. De bloembak en de stenen uil werden een jaar na oplevering toegevoegd aan het pand dat later werd omgedoopt tot De Stins.
10 LANDHUIS, LAAN VAN POOT 192, A.H. VAN LEEUWEN, 1926-1927 (BOUWKUNDIG DETAILLEREN)
De slingerende Laan van Poot is een soort openluchtmuseum van bouwstijlen, waarbij de veelzijdigheid van de Nieuwe Haagse School goed tot uitdrukking komt. Dit voor een hoeklocatie ontworpen compacte landhuis toont met de kubische opbouw, forse dakoverstekken en flauwe dakhellingen de invloed van de Amerikaanse architect Frank Lloyd Wright.
11 APPARTEMENTENGEBOUW, FAZANTPLEIN 5-15,
LAAN VAN POOT 194-196, H.J. DE HAAN, 1935-1939 (STEDELIJKE REGIE EN BIJZONDERE WOONVORMEN)
Het appartementengebouw vormt de voltooiing van de bebouwing aan het Fazantplein. Het stedenbouwkundig plan bood ruimte voor een hotel, maar omdat hiervoor geen initiatiefnemers waren, werd gekozen voor een woonbestemming. Daarbij gaf Piet Bakker Schut de voorkeur voor een gebouw met H-vormige plattegrond, boven het ontwerp van Jan Wils met U-vormige plattegrond. De Haan streefde ernaar massaliteit zoveel mogelijk te vermijden door de bouwstroken in te bedden in het groen. Een van de vleugels kreeg vanwege de vrije ligging aan de Laan van Poot een extra bouwlaag. Het in 2002 gerenoveerde gebouw bood veel wooncomfort, maar niet de collectieve voorzieningen van het woonhotel.
12 LANDHUIS, LAAN VAN POOT 198, J.B. FELS, 1929-1930 (BOUWKUNDIG DETAILLEREN EN BIJZONDERE WOONVORMEN)
Terwijl Fels al werkte aan verkavelingsplannen voor de Buizerdlaan, kreeg hij in 1929 opdracht voor een praktijkwoning voor dr. Perquin, op de hoek van de Fitislaan en de Laan van Poot. Deze hoek wordt geaccentueerd door de diagonale plaatsing van de entreepartij in de nagenoeg vierkante plattegrond. Karakteristiek voor het gevelbeeld zijn de spitse, rechte kappen en het meerkleurige metselwerk. Het zichtbeton kreeg een rijkere textuur door een toeslagmateriaal. De eet- en zitkamer op de begane grond worden begrensd door twee grote erkers.
13 GESCHAKELDE WONINGEN, PAUWENLAAN 25-FITISLAAN 2, J.B. FELS, 1927-1928 (BOUWKUNDIG DETAILLEREN)
Fels ontwierp het gespiegelde, dubbele landhuis voor D. Beukema, een bouwondernemer voor wie hij al meerdere woningen in de Vogelwijk had getekend. Het bouwvolume ligt gedraaid ten opzichte van het kruispunt en met de plaatsing van de voordeuren in de zijgevels kon de traditionele en suite-indeling in de achtkamerwoningen worden vermeden. De daken van de erkers op de begane grond zijn benut als balkonvloeren voor de verdieping, waarbij in de detaillering van pergola en gemetselde penanten en muurvlakken de invloed van Frank Lloyd Wright tot uitdrukking komt.
14 GESCHAKELDE HERENHUIZEN EN WINKELWONINGEN,
FAZANTPLEIN EN HAANPLEIN 1-28, H. BAARDA, 1932-1933 (STEDELIJKE REGIE EN BIJZONDERE WOONVORMEN)
Het straatje tussen het Fazantplein en het Haanplein wordt geflankeerd door twee symmetrische bouwstroken. De kopbebouwing aan beide pleinen is verbijzonderd door winkelwoningen met hogere kappen en houten friezen in de onderpuien. Expressiviteit in het kleine ensemble is verkregen door daklijsten, metselwerk en de voor Baarda kenmerkende gebogen beëindiging van tuinmuren.
15 GESCHAKELDE EN VRIJSTAANDE WONINGEN, KWARTELLAAN, SIJZENLAAN EN PAUWENLAAN, A.J. KROPHOLLER, 1927-1928 (STEDELIJKE REGIE EN BOUWKUNDIG DETAILLEREN)
In de tweede helft van de jaren twintig werd geklaagd dat zowel traditionalistische als modernistische architecten vaak het onderspit moesten delven ten opzichte van de Nieuwe Haagse School. De dienst Stadsontwikkeling + Volkshuisvesting nam de critici de wind uit de zeilen door de as tussen de keerlus van de tram aan de voet van de Westduinen en de Sportlaan te laten bebouwen door een representant van de Delftse School. Alexander Kropholler maakte het verkavelingsplan en ontwierp de woningen, waarbij schilderachtige elementen (zoals de verschillende gevelstenen) duidelijk moesten maken waar de Delftse School voor stond: het cultiveren van het roemrijke Nederlandse verleden.
16 GESCHAKELDE WONINGEN, OOIEVAARLAAN 2-4, A.H. VAN LEEUWEN (BOUWKUNDIG DETAILLEREN)
In opdracht van de dienst Stadsontwikkeling + Volkshuisvesting maakte Anton van Leeuwen verkavelingsplannen voor de Ooievaarlaan en Kiplaan. Een groot deel van de woningen werd door hem uitgewerkt. Met Koos en Henk Fels behoorde Van Leeuwen tot de architecten die een signatuur afgaven met de toepassing van gestapelde plaatjes terracotta. Aan de Ooievaarlaan betreft dit de verlevendiging van de gemetselde hoekpenanten van de erkers.
17 GESCHAKELDE WONINGEN, PATRIJSLAAN 5-9A, A.W. DE
LATHOUDER, 1925-1926 (BOUWKUNDIG DETAILLEREN)
Met een bescheiden, maar kwalitatief hoogwaardig oeuvre onderging Adriaan de Lathouder in de periode van wederopbouw het lot van veel collega’s van de Nieuwe Haagse School: hij raakte in vergetelheid. Kenmerkend voor zijn architectuur is het horizontale gevelbeeld, verkregen door uitkragende balkons en kappen met flauwe hellingen. De kubische compositie van de tuinmuurtjes completeert de strakke vormgeving van de strook met zes geschakelde woningen.
18 PASTOOR VAN ARSSCHOOL, HAVIKLAAN 1, J.L.J. VAN DEN HOEK, 1925-1926 (BOUWKUNDIG DETAILLEREN)
Het bouwinitiatief voor de meisjesschool met bewaarschool en het aan de andere zijde van de laan gesitueerde klooster St. Marie kwam van de Zusters van de Congregatie van het Allerheiligst Hart van Jezus uit Moerdijk. De Mariaschool werd in 1971 samengevoegd met de Theresiaschool aan de Parkietlaan, nadat in 1954 een uitbreiding had plaatsgevonden. Sinds 1971 is de in leerstoornissen gespecialiseerde Pastoor van Arsschool in het gebouw gevestigd, dat met de blokvormige bouwvolumes en spitse kappen stilistische overeenkomsten heeft met de school aan de Parkietlaan.
19 KLOOSTER ST. MARIE, HAVIKLAAN 4, J.L.J. VAN DEN HOEK, 1927-1929 (BIJZONDERE WOONVORMEN)
Met een bescheiden, maar kwalitatief hoogwaardig oeuvre onderging Adriaan de Lathouder in de periode van wederopbouw het lot van veel collega’s van de Nieuwe Haagse School: hij raakte in vergetelheid. Kenmerkend voor zijn architectuur is het horizontale gevelbeeld, verkregen door uitkragende balkons en kappen met flauwe hellingen. De kubische compositie van de tuinmuurtjes completeert de strakke vormgeving van de strook met zes geschakelde woningen.
Liever onder leiding van een gids de architectuur van de Nieuwe Haagse School bekijken of meer weten?
In de agenda vind je informatie over tours en andere activiteiten. Of neem contact op voor een maatwerk excursie met 100jaar@nieuwehaagseschool.nl
Een gedrukte versie van deze wandeling is verkrijgbaar bij VVV Den Haag, Spui 68
Fotografie: Peter de Ruig
Historische foto’s Gemeentearchief Den Haag