Wandeling 3 km, duur 2,5 uur
Startpunt: Halte Van Zeggelenlaan. Tram 16 van en naar het centrum / station Den Haag HS en station Den Haag CS.
Eindpunt: Halte Lorentzplein, tramlijn 1, 16 en 17 richting station Den Haag HS en station Den Haag CS.
Wandeling - Laakkwartier
OVER LAAKKWARTIER
De woonwijk Laakkwartier is gebouwd op voormalig Rijswijks grondgebied. Het werd bij Den Haag gevoegd na annexatie van het terrein tussen de Laakkade en de Broeksloot. Hoewel Berlage in het Algemeen Uitbreidingsplan van 1908 voor het terrein al woonbebouwing had voorgesteld, startte de straataanleg en bebouwing van het eerste deel pas in 1925. De Molenwijk tussen de Rijswijkseweg en de Trekvliet was toen bijna tien jaar voltooid. Ook de andere zijde van de Rijswijkseweg was bebouwd. Rond 1940 was de woonwijk grotendeels afgerond, waarmee de gemeentegrens met Rijswijk was bereikt. Het zwaartepunt van de bouwproductie lag in de eerste periode van de jaren dertig.
THEMA’S: STEDENBOUWKUNDIGE REGIE EN HOOGBOUW
Vanwege de oneconomische bouwterreinen heeft de dienst Stadsontwikkeling en Volkshuisvesting een aantal door Berlage voorgestelde diagonalen geëlimineerd. De hoofdopzet bleef intact en daarmee werd het Laakkwartier qua stedenbouwkundige opzet een van de meest cultuurhistorisch waardevolle wijken van Nederland.
De Goeverneurlaan vormt de ruggengraat die zich op twee plaatsen verbreed in rechthoekige pleinen, waarvan het grootste plein aan de noordkant zich symmetrisch vertakt. Haaks op de laan liggen enkele dwarsassen, als begrenzing van de verschillende buurten. De grote waarde ligt vooral in de ruimtelijke opbouw met evenwichtige profielen, waarbij vier bouwlagen bepalend zijn voor de hoofdroutes, drie bouwlagen voor de secundaire routes en twee bouwlagen voor rustige straten in de verschillende buurtjes. De symmetrische opzet van het Jonckbloetplein en het Lorentzplein wordt geaccentueerd met asymmetrische hoogteaccenten. De samenhang tussen stedenbouw en architectuur werd verkregen door het vervaardigen van schetsplannen. Die fungeerden als ruimtelijke kaders voor de particuliere
bouwondernemers en architecten.
1 HOEKBEBOUWING GOEVERNEURLAAN-VAN ZEGGELENLAAN, 1931-1932 (STEDENBOUWKUNDIGE REGIE)
De Van Zeggelenlaan is een groene dwarsas van de Goeverneurlaan. De stoere bakstenen blokken van drie bouwlagen met kap zijn op alle hoeken gelijkvormig afgerond. De rondingen worden gemarkeerd door hoogteaccenten. De ruimtelijke compositie kwam tot stand via gemeentelijke schetsplannen.
2 HAAGSE PORTIEKWONINGEN, GOEVERNEURLAAN 459-613 EN 506-660, 1931-1932 (HOOGBOUW)
De lange gevels langs de Goeverneurlaan tussen de Van Zeggelenlaan en de Aernout Drostlaan bestaan uit Haagse portiekwoningen van drie bouwlagen met hoge langskappen. Halverwege zijn in de wand poorten opgenomen, als verbinding met de achterliggende buurten.
3 BOUWBLOKKEN AERNOUT DROSTLAAN 2-26 EN 1-13, 1930 (STEDENBOUWKUNDIGE REGIE | HOOGBOUW)
De Aernout Drostlaan is een secundaire route met een breed profiel voor groen en een sloot. De hoekblokken aan weerszijden van de Goeverneurlaan zijn ten opzichte van deze hoofdroute symmetrisch vormgegeven. Twee binnenhoeken worden geaccentueerd door een rechthoekige toren met kap.
4 VM OLS CAPADOSESCHOOL, CAPADOSESTRAAT 9-11, J.M. LUTHMAN, 1931 (BOUWKUNDIG DETAILLEREN | HOOGBOUW)
De school maakte aanvankelijk deel uit van een carré van schoolgebouwen rond een sportveld. Het ensemble is niet meer intact. Het schoolgebouw in gele baksteen is een zakelijke versie van de Nieuwe Haagse School, met het trappenhuis als hoogteaccent van de verspringing in de gevel.
5 BEBOUWING JONCKBLOETPLEIN, 1929-1930 (HOOGBOUW)
Volgens gemeentelijke schetsplannen zijn de hoeken van de vierlaagse bouwmassa’s met platte daken geaccentueerd door asymmetrische torens, waarin slaapkamers van de bovenwoningen werden opgenomen. Vierlaagse bebouwing met ‘doorklimmende’ trappen was rond 1930 een doorbraak in Den Haag.
6 JONCKBLOETPLEIN, 1929 (STEDENBOUWKUNDIGE REGIE)
De rechthoekige ruimte van het Jonckbloetplein vormt het hart van het Laakkwartier. De ingesneden hoeken van de symmetrische bouwmassa’s geleden de pleinruimte.
7 BEBOUWING ALLARD PIERSONLAAN, 1926-1927 (STEDENBOUWKUNDIGE REGIE)
De Allard Piersonlaan is een groene dwarsas die de Goeverneurlaan kruist. De woonbebouwing is ontworpen op basis van schetsplannen. Ter hoogte van het middenplantsoen verwijdt de ruimte tussen de bouwblokken. De bajonetvorm wordt geaccentueerd met kleine, schijfvormige torens.
8 PORTIEKWONINGEN, KOOPMANS VAN BOEKERENSTRAAT 13-79, 1927 (BOUWKUNDIG DETAILLEREN)
De Koopmans van Boekerenstraat is een rustige woonstraat in het hart van het Laakkwartier. Het middendeel van de gevelwand wordt gevormd door portiekwoningen in twee bouwlagen met een kap. De benedenwoningen aan weerszijden van de boogvormige portiekentrees beschikken over voortuinen. Aan één zijde is een evenwichtige aansluiting gevonden op de belendende strook met drielaagse portiekwoningen.
9 DUBBELE DAKOPBOUW BOVEN PORTIEKWONINGEN, BOELE VAN HENSBROEKSTRAAT, 1927 (BEHOUD CULTUREEL ERFGOED)
Behalve dat bij dakopbouwen de relatie met de bestaande architectuur en de directe omgeving van groot belang is, dient in smalle straten te worden bezien of het profiel een extra laag kan verdragen. Daarbij spelen onder meer zaken als bezonning en de beleving op straatniveau.
10 BEBOUWING LORENTZPLEIN, 1927-1930 (STEDENBOUWKUNDIGE REGIE)
Aan het Lorentzplein vertakt de Goeverneurlaan symmetrisch in de Van Musschenbroekstraat en de Jan van der Heijdenstraat. In de hartlijn van de laan werd in 1933 als monumentaal accent het Rembrandttheater opgenomen, als onderdeel van het gesloten bouwblok. De opzet was gebaseerd op schetsplannen van de dienst Stadsontwikkeling en Volkshuisvesting.
11 PORTIEKWONINGEN, MIQUELSTRAAT 57-103, 1931 (BOUWKUNDIG DETAILLEREN)
De strook tweelaagse portiekwoningen met langskap heeft door de voortuinen en de forse erkers de verschijningsvorm van kleine herenhuizen. Het gevelvlak kreeg een expressieve geleding met uitkragende portiekramen en entreeluifels.
12 DAKOPBOUW BOVEN HAAGSE PORTIEKWONINGEN, PASTEURPLEIN 14-17, 1925 (HOOGBOUW)
Een dakopbouw kan als volume een soort dialoog aangaan met bestaande hoogteaccenten in de omgeving. Daartoe dient hiermee wel in vorm en materialisatie een relatie te worden gelegd.
13 MUSSCHENBROEKSTRAAT, 1921 (BOUWKUNDIG DETAILLEREN | BEHOUD CULTUREEL ERFGOED)
De bebouwing op de hoek met het Pasteurplein vormt een vroeg voorbeeld van de Nieuwe Haagse School, als geometrische bouwplastiek met hoogteaccent (waarvan de glazen kap is verdwenen). De gevel is symmetrisch opgebouwd langs een diagonale as.
Liever onder leiding van een gids de architectuur van de Nieuwe Haagse School bekijken of meer weten?
In de agenda vind je informatie over tours en andere activiteiten.
Fotografie: Peter de Ruig
Historische foto’s Gemeentearchief Den Haag